Groei Dahab door toerisme
Dahab, wat goud betekent in het Arabisch, ligt aan de Golf van Aqaba, een uitloper van de Rode Zee en is van oorsprong een dadelpalm oase en de pleisterplaats van de Muzayna bedoeïenen. Van oudsher kwamen zij ’s zomers naar Dahab voor de dadeloogst, visserij en om elkaar weer te ontmoeten.
Dahab bestond tot zo’n 40 jaar geleden uit enkele rieten hutten op het strand, er was geen bebouwing, geen elektriciteit en er waren geen wegen en straten.
Maar sinds het begin van de jaren ’80 heeft het toerisme steeds meer de Sinaï ontdekt door de Rode Zee die wereldwijd duikliefhebbers aantrekt. Als gevolg hiervan kwamen veel Egyptenaren naar de oostkust van de Sinaï om werk te vinden in het toerisme.
Dahab Vroeger
Dahab Nu
Tegelijkertijd – door de droger wordende woestijn en vanuit overheidswege en op zoek naar werk – gingen steeds meer bedoeïenen zich o.a. in Dahab vestigen.
Tegenwoordig leven bedoeïenen dus in of rond de kustplaatsen van de Sinaï, zoals Dahab of in nederzettingen in de woestijn.
Veel bedoeïenen raakten door analfabetisme hun land in Dahab kwijt maar ook hun visgronden waar zij van oudsher ’s zomers van leefden naast de dadeloogst.
Dit geldt niet voor alle bedoeïenen: sommigen lieten zich leiden door korte termijn denken en verkochten hun land. En zo kwamen er ook verschillen en een kloof tussen de bedoeïenen onderling, waar vroeger iedereen gelijk was bestaan er tegenwoordig ook rijke bedoeïenen.
De laatste jaren voor de Arabische lente van 2011 groeide Dahab behoorlijk explosief.
En ook nu weer waren het arme(re) bedoeïenen met hun kamelen die als eersten de nadelige gevolgen van de groei ondervonden; er kwam steeds minder plek voor hen en voor hun kamelen. Deze kwamen meer en meer langs de rand van de straatjes te staan zonder bescherming tegen kinderen en tussen het – al dan niet aangewaaide – afval in plaats van op en binnen het erf van de families.
Situatie Bedoeïenen
Tegenwoordig leven bedoeïenen dus in of rond de kustplaatsen van de Sinaï, zoals Dahab of in nederzettingen in de woestijn.
Veel nederzettingen zijn veelal gelegen langs of in de buurt van de twee hoofdwegen van de Sinaï: de noord-zuid weg of de oost-west weg, o.a. om zo overzicht en controle over hen te kunnen houden.
De laatste decennia leven bedoeïenen van – en zijn ze dus afhankelijk van – het toerisme. Dit geldt ook voor bedoeïenen in de nederzettingen buiten Dahab.
Ze verhuren zich als gids of chauffeur en zij profiteren nauwelijks van vaste banen, ook niet in het toerisme, omdat deze voor 90% in handen zijn van Egyptenaren die zelf ook met een hoge werkeloosheid kampen.
Omdat zij zich verhuren zijn zij nooit zeker van werk en leven zij ook van een schamel inkomen.
Een mooi stuk over Bedoeïenen en hun cultuur is te lezen op onze pagina: De Kameel & De Bedoeïen – een uitstervende tweeëenheid